Alle PLG's zullen er een beetje anders uitzien en voelen, omdat elke PLG bestaat uit personen met verschillende talenten, kennis, rollen en interesses. Bovendien bevindt elke PLG zich in een unieke omgeving en wordt daardoor beïnvloed. Als het onze bedoeling is een PLG te creëren die ons helpt alle leerlingen te onderwijzen, moeten we er eerst voor zorgen dat de PLG zelf inclusief is. Dit stemt onze actie af op onze intentie door groepsleden in staat te stellen te leren van anderen die relevante maar mogelijk uiteenlopende ervaringen en inzichten hebben.
Sommige scholen zullen PLG's opzetten die bestaan uit vrijwilligers, en andere willen dat alle collega's deel uitmaken van de groep. Beide benaderingen hebben voor- en nadelen. Terwijl vrijwilligers bijvoorbeeld actief zoeken naar mogelijkheden voor professioneel leren, is het mogelijk dat het zoeken naar vrijwilligers minder zelfverzekerde collega's ontmoedigt om deel te nemen. Als we deelname verwachten (in plaats van ze uit te nodigen) kunnen we aangeven dat de PLG's een centrale plaats innemen in het lopende werk van de school, en dit kan een krachtige boodschap zijn over het belang van onderwijs aan alle leerlingen. Als echter extra werkdruk op collega's wordt gelegd zonder dat andere werkdruk verloren gaat, kunnen wij onrealistische verwachtingen wekken over wat in de beschikbare tijd kan worden bereikt. Ongeacht hoe de PLG aanvankelijk wordt opgezet, is het van cruciaal belang de deelnemende professionals met respect te behandelen en hen in staat te stellen individuele en collectieve beslissingen te nemen over de aard van de PLG. Dit draagt bij tot hun betrokkenheid door instemming.
In scholen proberen we vaak problemen aan te pakken die het meest urgent lijken. We maken ons zorgen dat we problemen snel en efficiënt moeten oplossen. Het is belangrijk te proberen tegemoet te komen aan de behoeften van de leerlingen die we in onze huidige klassen hebben. Het is ook belangrijk duurzame veranderingen tot stand te brengen, en in de loop van de tijd gedeelde kennis en inzichten te ontwikkelen. PLG's kunnen daarbij helpen. Ze bieden een schema voor de ontwikkeling van de praktijk. Bij het opzetten van een PLG is het belangrijk dat het schema mogelijkheden schept voor een gevoel van dynamiek, maar geen paniek of druk. PLG-deelnemers moeten het gevoel hebben dat ze ideeën meekrijgen die ze in hun eigen omgeving kunnen uitproberen. Zij moeten ook de ruimte krijgen om de daaruit voortvloeiende beslissingen en acties te bespreken en te evalueren met collega's in een langzamer tempo.
Volgens onderzoek (van Keulen e.a., 2015; Vangrieken e.a., 2017) bieden professionele leergemeenschappen heel wat kansen: ze stimuleren leerkrachten om leerinhouden zelf aan elkaar door te geven, ze bieden een structuur die schoolontwikkeling mogelijk maakt en als ze goed geïmplementeerd worden, hebben ze volgens onderzoek een zichtbare positieve impact op de klaspraktijk en zo ook op leerwinst voor leerlingen.
Bruns & Bruggink (2016) zeggen dat het ideaal is om een professionele leergemeenschap op te starten
Je kan een nieuwe professionele leergemeenschap samenstellen of een traject inbedden in een bestaand deelteam, een werkgroep, vakgroep, ‘community of practice’ (COP) of andere vorm van ‘teacher community’ gericht op inclusieve competenties. Om een groter schoolteam tot professionele leergemeenschap te doen uitgroeien, werk je dus best met verschillende subteams.
Als je in een professionele leergemeenschap werkt, is het de bedoeling dat je van daaruit gericht ervaringen en kennis deelt met de collega’s van het breder schoolteam. Zo ga je over je doelen en ervaringen in gesprek met leerlingen, ouders, collega’s en andere partners in het schoolteam. Bijvoorbeeld kan je
Leerkrachten en andere onderwijsprofessionals kunnen in de leergemeenschap collega’s beter leren kennen. Diversiteit en samenwerking worden er topics om met elkaar over te praten. Dat zet aan tot reflectie en persoonlijke professionele ontwikkeling.